Veel alcohol drinken schadelijk voor puberhersenen

Veel alcohol drinken schadelijk voor puberhersenen

De Hersenstichting organiseerde samen met Stichting Alcohol Preventie twee expertmeetings over alcohol en hersenen voor respectievelijk onderzoekers en preventiewerkers. Belangrijkste gast was prof. dr. Susan Tapert. Ze is werkzaam aan de Universiteit van San Diego (Californië, VS) en geeft leiding aan een onderzoeksteam dat toonaangevend onderzoek doet op het terrein van alcohol en puberhersenen. 

Op jonge leeftijd werd Susan Tapert geconfronteerd met excessief drinkende familieleden. Als jongvolwassene woonde ze tijdens de hoogtijdagen van de grungemuziek in Seattle, waar ze regelmatig in aanraking kwam met de verdrietige gevolgen van alcohol- en drugsgebruik. Keer op keer zag ze mensen ongezonde keuzes maken onder invloed van verslavende middelen. Tapert raakte gefascineerd door verslaving en wilde onderzoeken hoe verslavende middelen de hersenen beïnvloeden. Inmiddels is ze een autoriteit op het gebied van alcoholgebruik bij pubers.

Kwetsbare hersenen
‘We begrijpen steeds beter dat de puberhersenen heel kwetsbaar zijn,’ zegt Tapert. ‘De hersenen zijn in die levensfase nog volop in ontwikkeling. Aan de ene kant zijn hersenen nog veerkrachtig; pubers kunnen bijvoorbeeld gemakkelijker nieuwe dingen leren. Tegelijkertijd zijn de hersenen in de puberteit kwetsbaarder voor alcohol en andere schadelijke stoffen dan op latere leeftijd.’ Tapert is vooral geïnteresseerd in de gevolgen van binge drinken: het in korte tijd innemen van veel alcohol. Hierbij gaat het niet om comazuipen. Tapert doelt op minimaal vijf alcoholische drankjes per avond voor jongens, en minstens vier voor meiden. In tegenstelling tot comazuipen, zijn de directe gevolgen van binge drinken iets onschuldiger: jongeren eindigen niet in het ziekenhuis maar chronisch binge drinken leidt wel tot verstoringen in de hersenontwikkeling.

Aantasting hersenfuncties
Door regelmatig drinken kunnen cognitieve functies achteruitgaan, zoals concentratie, geheugen en ruimtelijk inzicht. Op hersenscans zijn bescheiden tekenen van schade te zien in die hersengebieden. In de praktijk kan regelmatig drinken dus gevolgen hebben voor de schoolprestaties. ‘De gevolgen zijn subtiel,’ erkent Tapert, ‘maar omdat het zo vaak voorkomt is dit effect van alcohol wel groot. Na één avond stevig drinken treedt het functieverlies waarschijnlijk nog niet op, maar na tien keer vermoedelijk wel.’ Er is echter weinig bekend over de langetermijneffecten. Ook is onbekend of in één keer veel drinken even erg is als vaker wat minder. Duidelijk is wel dat niets drinken altijd beter is en zijn er aanwijzingen dat hersenfuncties verbeteren als jongeren stoppen met drinken. Tapert wil graag begrijpen welke aspecten van cognitie kunnen verbeteren.

Preventie
Hoe is te stimuleren dat jongeren minder of helemaal niet gaan drinken? Tapert geeft een gecombineerde aanpak de meeste kans. Als voorbeeld noemt ze een Amerikaanse campagne tegen gebruik van de drug methamfetamine. Daarin heeft een combinatie van bewustwording van de risico’s, regelgeving en straffen, en het creëren van een negatieve sfeer rondom de drug een ontmoedigend effect gehad. ‘Dit zal echter moeilijker zijn voor alcohol, omdat het zoveel meer in onze cultuur is verweven.’ De nieuwe minimumleeftijd van achttien jaar voor alcoholconsumptie in Nederland vindt ze een stap in de goede richting. De toegankelijkheid van alcohol bemoeilijken is onderdeel van effectieve preventie. Kinderen in huiselijke kring leren verantwoord met alcohol om te gaan werkt niet in de praktijk. Uit onderzoek blijkt dat deze kinderen meer drinken dan kinderen die thuis geen alcohol krijgen.

Voor haar tienjarige zoon hoopt ze dat ze het drinken kan uitstellen door op gezonde activiteiten te focussen. Ze bespreekt met hem hoe alcoholgebruik en dronkenschap van anderen te herkennen zijn. Verder benadrukt ze dat het belangrijk is dat ouders weten waar hun kind zich bevindt. Tapert doet een laatste concrete aanbeveling: ‘Voorkom katers; die lijken belangrijk voor het ontstaan van hersenschade.’ Op de vraag of ze zelf alcohol drinkt, antwoordt ze, niet geheel verrassend: ‘Met mate’.

Dit interview verscheen juni 2014 in HersenMagazine 2014 jaargang 12 nr 2
HersenMagazine