Kan iedereen creatiever worden?

QP_juli-2015-165Andermans creativiteit kan inspirerend, maar soms ook jaloersmakend zijn. Kun je creativiteit aanleren of stimuleren?

Ik sprak met wetenschappers die onderzoek doen naar creativiteit, én met bewezen creatieve duizendpoten Arjen Lubach en Jan Jaap van der Wal, en schreef erover voor Quest Psychologie. Je kunt het artikel ook op Blendle lezen. Volg deze link.
En deze voor het kader ‘Wat gebeurt er waar in je hoofd tijdens creatieve denkprocessen?
Foto: uitsnede Getty Images in Quest Psychologie

 

Creativiteit is overal. En dan hebben we het niet over kleurboeken voor volwassenen of imposante cupcakecreaties. Wel over duurzame architectuur, beeldende kunst, nieuwe behandelingen voor kanker of dementie, scherp cabaret en de laatste gadgets. Dingen die zijn ontstaan nadat creatieve geesten verbanden legden die anderen nog niet zagen. Andermans inventiviteit kan erg inspireren: een verrassende blik op een alledaagse situatie, een mooie woordcombinatie, een geweldige oplossing voor een probleem, of een lekker deuntje. Maar niet iedereen is even creatief. Heb je daarin gewoon geluk of pech? Wat is creativiteit eigenlijk en vooral, kun je het stimuleren? Creativiteit wordt door psychologen gedefinieerd als de mogelijkheid om nieuwe én gepaste oplossingen te bedenken in een situatie. Dit speelt een rol bij overleving. Om als soort te blijven bestaan moet je je kunnen aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Vernieuwing is een drijvende kracht van samenlevingen, óók in de dierenwereld. Psychologen en neurowetenschappers denken daarom dat onze hersenen zo zijn geëvolueerd dat creativiteit wordt gestimuleerd. En natuurlijk willen ze begrijpen hoe dat werkt. Psychologen meten creativiteit bijvoorbeeld door je te vragen om nieuwe toepassingen te verzinnen voor een baksteen. Met originele ideeën verdien je punten, maar ook met heel uiteenlopende antwoorden. Dus als je behalve ‘hamer’ en ‘om mee te schuren’ (allebei categorie gereedschap) ook ‘hoofdkussen’ zegt, scoor je extra goed.

Puur ambacht

Hoe stimuleer je die ideeënstroom? Waar halen bewezen creatieve duizendpoten hun ideeën vandaan? Arjen Lubach bijvoorbeeld, schrijver, presentator van Zondag met Lubach, theatermaker, cabaretier en meer. En Jan Jaap van der Wal, die zich als cabaretier niet beperkt tot theaterzalen (of tot ons land), en die onder andere verschillende tv-programma’s (mee) ontwikkelde en presenteerde. Hebben zij rituelen waardoor ze in de juiste modus komen? Lubach niet: ‘Ik vrees dat het cliché klopt dat inspiratie overal vandaan komt. Tv, radio, boeken, films, gesprekken met vrienden, dingen op straat, herinneringen van vroeger. Belangrijker is de tijd vinden om er iets mee te doen. Het doodgewone, saaie, soms lastige, ambachtelijke werken.’ Van der Wal moet in letterlijke en figuurlijke zin schoon zijn: hij ruimt goed op voordat hij begint. Voor zijn tv-columns (in RTL Late Night en Café Corsari op de Belgische zender Eén) leest hij – bijna dwangmatig – alle kranten, om niets te missen. Al lezend komen verhaallijntjes bovendrijven. Verder vindt hij het tijdens creatieve sessies belangrijk om prikkels te beperken; bijvoorbeeld geen afspraken te hebben. Hotelkamers blijken een ideale, want saaie, plek voor zijn voorbereiding op een optreden: daar kan hij zijn gedachten de vrije loop laten. Psychologen denken dat ervaringen die de gebaande paden doorbreken creativiteit stimuleren. Zo ontdekten onderzoekers van Tel Aviv University het verband tussen in het buitenland wonen en creativiteit. Biculturele mensen, migranten die zich zowel met hun eigen als met de cultuur van het gastland identificeren, blijken creatiever dan mensen die zich met één cultuur verwant voelen. De biculturelen zijn professioneel zelfs succesvoller dan mensen die zich richten op één cultuur. Hier moet wel een kanttekening bij: omdat dit onderzoek gedaan werd met relatief bevoorrechte proefpersonen, namelijk studenten en zakenlui, is onbekend wat het effect is op mensen die om humanitaire redenen emigreren. Simone Ritter, onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen, was benieuwd naar oorzaak en gevolg van dit verband. Misschien emigreren creatievere mensen wel gewoon vaker. ‘Aangenomen dat het echt het buitenland is dat je creatiever maakt, wát is dat dan?’ In het buitenland beleef je vaak meer onverwachte dingen. Ritter wilde daarom dat aspect isoleren en onderzoeken. Ze bedacht een experiment in virtual reality waarin achtereenvolgens de natuurwetten snelheid, perspectief en zwaartekracht geweld werd aangedaan. In een virtuele universiteitskantine zagen de proefpersonen bijvoorbeeld een fles omhoog vallen. Blootstelling aan iets wat ze nog nooit hadden beleefd bleek hun creativiteit te vergroten, vaste denkpatronen te doorbreken. ‘Dan lijkt het erop dat die blootstelling een belangrijk ingrediënt is van de buitenlandervaring die tot de verhoogde creativiteit leidt’, concludeert Ritter. En moet je het zelf ervaren, of is observeren voldoende? Het was al bekend dat dezelfde hersengebieden actief zijn wanneer je pijn hebt, als wanneer je ziet dat een ander pijn heeft, mits je je betrokken voelt bij die persoon. Dat bleek ook uit een experiment waarin proefpersonen een filmpje zagen waarin iemand een boterham in omgekeerde volgorde met hagelslag belegde: hagelslag op een bord, boter op brood, boterham op de hagelslag drukken. Alleen als proefpersonen zich voorstelden dat zij zelf de boterham moesten smeren, waren ze daarna inventiever in een creativiteitstest. ‘Het blijkt dus ook te werken als je geconfronteerd wordt met een verhaal waarin je je kunt verplaatsen en waarin iets onverwachts gebeurt’, aldus Ritter.

Stel je open

Het doorbreken van bestaande verwachtingspatronen stimuleert dus creatieve denkprocessen, zowel bij alledaagse handelingen zoals je ontbijt klaarmaken, als bij Grote Zaken zoals natuurverschijnselen en emigratie. Maar ja, je kunt niet alles beïnvloeden. Wel kun je je richten op mensen met een andere culturele achtergrond: als je een biculturele houding aanneemt, kun je profiteren van de multiculturele samenleving. Voorwaarde is daarbij natuurlijk wel dat je openstaat voor andermans gedachtengoed. Als je van een culturele minderheid verwacht dat zij zich aanpast aan gewoonten van de meerderheid, word je niet creatiever van haar aanwezigheid. Het werkt ook bij bewustzijn van andersoortige diversiteit. Onderzoeker Sarah Gaither, van de University of Chicago, herinnerde proefpersonen eraan dat iedereen meerdere sociale identiteiten heeft: afhankelijk van de context zien we onszelf aan de hand van bijvoorbeeld beroep, geslacht, leeftijd of hobby. Gaither beschrijft dat het je probleemoplossend vermogen vergroot als je stilstaat bij die verschillende sociale identiteiten. Je ziet dan gemakkelijker een situatie vanuit verschillende perspectieven; een voorwaarde voor creativiteit. Werken in een multidisciplinair team lijkt dan een goed idee. Van brainstormsessies van divers samengestelde groepen is inderdaad bekend dat ze effectiever zijn. Het werk van Lubach en Van der Wal is soms het resultaat van alleen werken en andere keren van teamwork. Lubach ziet het multidisciplinaire team achter Zondag met Lubach als een soort verlengde van zijn eigen brein: ‘Je komt in hoeken en gaten waaraan je zelf niet denkt en daarmee kun je weer verder in je eigen gedachten.’ Van der Wal zegt iets vergelijkbaars. Toen hij de satirische nieuwsshow Panache maakte, zonderde hij zich op gezette tijden van het team af om alle gedachten uit brainstorms op een rijtje te zetten. Veel ideeën die uiteindelijk de uitzending haalden ontstonden in die sessies.

Goede inval

En soms moet je gewoon even niets doen. Of iets heel anders. Een tijdje afleiding zoeken kan daarna een beter idee opleveren. Het meest effectief is om tussendoor iets te doen wat weinig mentale inspanning vergt. Een wandeling maken of een wasje draaien bijvoorbeeld. Dat verklaart ook dat veel mensen zeggen dat ze de beste ideeën tijdens het douchen krijgen (zie ook pagina 20). Het voordeel van je aandacht tijdelijk ergens anders op vestigen gaat waarschijnlijk verder dan alleen de frisse blik waarmee je vervolgens je probleem opnieuw benadert. Psychologen zien namelijk aanwijzingen dat je hersenen tijdens de pauze onbewust verder aan een oplossing werken. Geldt dat voor iedereen? Malgorzata Goclowska, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam, denkt van niet. Zij stelt dat het van je persoonlijkheid afhangt of verrassende situaties creatieve denkprocessen stimuleren. Mensen die in hun manier van werken veel behoefte hebben aan routine en structuur en graag regels volgen, werden in haar experiment namelijk niet creatiever van het zien van situaties die het stereotype doorbreken (in foto’s, bijvoorbeeld van een astronaut op het strand of een toerist in de ruimte). Als je niet schrikt van verrassingen werkt dit wel. Dat betekent niet dat mensen die beter gedijen bij structuur en voorspelbaarheid helemaal niet origineel kunnen zijn, maar misschien wel dat zij een andere werkwijze moeten vinden. Langs bekende denkpaden blijven denken is ook een route naar creativiteit, dus een gedachte uitwerken zonder te proberen out-of-the-box te denken. ‘Het duurt misschien alleen wat langer.’ Goclowska merkt ook op dat verschillende competenties van pas komen in verschillende situaties. Soms is niet het meest originele maar het meest praktische idee de beste oplossing. ‘De mensen met behoefte aan structuur zijn misschien juist degenen die de meest bruikbare oplossing aandragen.’ Lubach noemt zichzelf een ‘halve Asperger’; hij kan niet zo goed tegen constante veranderingen. ‘Verandering is prima, maar dan moet ik het wel zien aankomen.’ Toch lijdt zijn creatieve output er niet onder. Tegelijk zegt hij ook dat te veel van hetzelfde zijn creativiteit de kop in drukt. Ook Van der Wal zoekt afwisseling: hij tourde met zijn laatste solovoorstelling langs clubs in plaats van theaters. Wel creëert hij structuur om zijn werk goed te kunnen doen, bijvoorbeeld door met een goed, betrouwbaar team te werken. Bij solo-optredens zit de structuur er voor hem in dat hij het naar zijn zin moet hebben. Nieuwe speellocaties garandeerden bij zijn laatste tour dat plezier.

Variatie en afwisseling

Of genieten van cabaret of vernieuwende kunst je creativiteit vergroot, is niet onderzocht. Ritter verwacht wel dat het zo kan werken: ‘Je kunt niet elke denkbare situatie in het laboratorium testen. Maar je gaat er vanuit dat het doorbreken van verwachtingen het out-of-the-box-denken in uiteenlopende contexten activeert.’ Ook zonder garanties laten we ons graag inspireren. Het bewust genieten van andermans hersenspinsels voelt als een sluiproute naar onverwachte en ongedachte verbanden tussen ideeën. De originele blik van de cabaretier werkt misschien net als de acteur die met zijn omgekeerde boterham met hagelslag gedachtepatronen doorbreekt. Maar, ook al besefte Van der Wal altijd al dat hij anders naar de wereld kijkt en anders denkt dan de meeste anderen, ‘het is alsnog een manier van denken die je moet trainen’. Geen one-size-fits-all lijstje met tips voor gegarandeerd creatief succes dus. Met overgave het onverwachte opzoeken is het proberen waard. Dwing jezelf om dingen vanuit een ander oogpunt te bekijken, of zoek situaties op waarin dat gemakkelijker gaat. Het gaat niet altijd en niet voor iedereen vanzelf, maar er zijn allerlei routes richting creatieve oplossingen.

 

Wat gebeurt er waar in je hoofd tijdens creatieve denkprocessen?

Het is een hardnekkig idee dat creativiteit voortkomt uit de rechter hersenhelft en dat je voor analytische, rationele gedachten op de linkerkant bent aangewezen. Maar helaas: zo simpel is het niet. Meerdere hersengebieden, verspreid over het hele brein, zijn tijdens creatieve processen actief. Best logisch, aangezien je allerlei informatieverwerkingsprocessen nodig hebt die je ook gebruikt voor niet-creatieve gedachten. Hoewel neurowetenschappers enthousiast blijven zoeken, lijkt creativiteit niet de consequentie van het magisch oplichten van één specifiek hersengebiedje. Om tot innovatieve ideeën te komen, lijkt een goed geolied raderwerk vereist, waarschijnlijk met de neuronale signaalstof dopamine als bestanddeel van die olie. Veel dopaminereceptoren hebben helpt waarschijnlijk ook. En het knuffelhormoon oxytocine lijkt ook een steentje bij te dragen. Amsterdamse onderzoekers ontdekten dat er een verband lijkt te zijn tussen een hoger oxytocineniveau en meer flexibiliteit en originaliteit. Bovendien maakte oxytocineneusspray proefpersonen creatiever. Wie weet geeft werken in een leuk team zo’n fijn groepsgevoel dat je lichaam oxytocine aanmaakt, met verhoogde creativiteit tijdens de brainstorm tot gevolg. In dat geval moet een gezellige club neurowetenschappers eens sparren over hoe we meer kunnen leren over de neurale basis van creativiteit.