Watson waarschuwt: ‘Wantrouw antioxidanten’

Watson waarschuwt: ‘Wantrouw antioxidanten’

Op steeds meer levensmiddelen, cosmetica en voedingssupplementen staat het in vette letters: mét antioxidanten. Zo worden we overgehaald om dat duurdere, maar ogenschijnlijk gezondere pak vruchtensap te kopen. Want antioxidanten zijn goed. Toch?

Zoals zo vaak blijkt het niet zo eenvoudig. Ja, antioxidanten kunnen veel goeds betekenen voor ons lichaam. Ze neutraliseren vrije radicalen: reactieve zuurstof-bevattende moleculen. Deze zijn betrokken bij allerlei lichaamsprocessen, maar ze kunnen ook schade veroorzaken aan bijvoorbeeld DNA. Dit kan celdelingprocessen verstoren, soms met kanker als gevolg. Gelukkig beschikt ons lichaam over mechanismen om celschade door vrije radicalen te beperken. Cellen met een overschot aan vrije radicalen worden door geprogrammeerde celdood opgeruimd. Antioxidanten helpen bij deze zuurstofradicaal-neutraliserende mechanismen.

Antioxidanten hebben de reputatie dat ze kanker kunnen voorkomen. Hoewel onderzoek dit effect vaak niet bevestigde of zelfs ontkrachtte, is de algemene indruk ‘beter teveel dan te weinig’. Iedereen wil immers kanker voorkomen en vooral als het gevaar met een pilletje geweken is. Het is de vraag of dat een handige benadering is. Antioxidanten hebben mogelijk ook negatieve effecten.

Dr. James Watson waarschuwde onlangs in Open Biology dat overmatige consumptie van antioxidanten mogelijk meer kwaad dan goed doet, vooral voor kankerpatiënten. Watson kreeg in 1962 samen met dr. Francis Crick en dr. Maurice Wilkins de Nobelprijs voor het ontrafelen van de moleculaire structuur van DNA. Dat levert natuurlijk respect op van vakgenoten, hoewel hij ook een controversiële reputatie geniet: hij doet nogal eens ongenuanceerde uitspraken (André Boorsma schreef er recent ook over). Zijn huidige betoog houdt hij echter na decennialange ervaring in kankeronderzoek en daarmee het overwegen waard.

Watson poneert de stelling dat antioxidanten een effectieve behandeling van kanker verhinderen. De werkzaamheid van zowel bestraling van een tumor als van veelgebruikte chemotherapie (elesclomol) blijkt het resultaat van vrije radicalenproductie, dat celdood veroorzaakt. In 2008 bleek al in een celkweekstudie dat antioxidanten het opruimen van kankercellen remmen. Een resultaat verkregen in een celkweekexperiment kan niet direct vertaald worden naar de menselijke situatie, maar het is een indicatie dat antioxidanten de werking van een kankertherapie kunnen belemmeren. Een screening naar stoffen die specifiek kankercellen doden maar normale cellen met rust laten, onthulde een stof die zijn werkzaamheid dankt aan het neutraliseren van belangrijke cellulaire antioxidanten. Mogelijk stapelen cellen in vergevorderde kankerstadia niet de minimale hoeveelheid vrije radicalen op die normaalgesproken de zelfmoordmechanismen in gang zetten, omdat deze tumoren hoge niveaus antioxidanten produceren. Volgens Watson kan dit verklaren waarom ze zo moeilijk te behandelen zijn.

Dr, Watson benadrukt dat het vooralsnog onduidelijk is in hoeverre en voor welke typen kanker een dergelijk mechanisme geldt. Maar hij roept onderzoekers op dit verder te onderzoeken, in plaats van strategieën te blijven volgen die weinig doorbraken in de behandeling van kanker hebben opgeleverd.

Dr. Piet Borst is emeritus hoogleraar klinische biochemie en was wetenschappelijk directeur van het Nederlands Kanker Instituut (NKI) tot zijn pensioen in 1999. Hij is nog altijd actief als moleculair bioloog in het NKI, waar hij multidrug-resistentie van kankercellen onderzoekt.Gevraagd naar zijn visie op Watsons artikel zegt Dr. Piet Borst dat het onzin is, omdat de meeste kankermiddelen niet werken via het genereren van vrije radicalen. Voor de gentherapieën waar hij aan werkt geldt dat inderdaad. Hij voegt eraan toe dat Watson ook gewoon erg oud (84) aan het worden is (sprak de 79-jarige).

Het moet blijken of het allemaal onzin is. Een maand na publicatie is op internet nog geen levendig debat losgebarsten, maar wie weet wat zich afspeelt in ziekenhuisgangen en laboratoria. De tijd zal leren of relevant onderzoek volgt, geïnspireerd op Watsons oproep, of dat we het als een roep om aandacht van een oude man moeten zien.

Interessant genoeg publiceerden Britse onderzoekers ongeveer tegelijkertijd dat vrije zuurstofradicalen cruciaal zijn voor het opnieuw aangroeien van de staart van kikkervisjes nadat ze deze zijn verloren. Grote hoeveelheden kwamen ervan vrij na staartamputatie. Na neutralisatie van de radicalen door antioxidanten trad geen weefselregeneratie op. Dit is nog een indicatie dat de natuur vrije radicalen soms een belangrijke rol toekent.

Moeten we dus bij antioxidanten uit de buurt blijven? Nee. Ze blijven veel goeds doen in ons lichaam. Maar we moeten ook niet overdrijven, vooral omdat de preventieve werking tegen kanker nooit overtuigend is aangetoond. Een gezond en gevarieerd dieet levert voldoende antioxidanten. Dan is het een vreemd besluit om geld uit te geven aan onnodige risico’s.

Dit artikel verscheen 09.02.2013 op SciencePalooza.nl