Celkweek – het zwarte goud van de medische wetenschap

Celkweek – het zwarte goud van de medische wetenschap

Omdat de meeste mensen –terecht- niet snel te porren zijn om een nieuw stofje met mogelijk therapeutische, maar mogelijk ook giftige eigenschappen op hun lichaam te laten testen, is celkweek een belangrijke methode uit de gereedschapskist van de medisch-biologische onderzoeker. Lichaamscellen kunnen in een bakje in het laboratorium in leven gehouden worden, als het kweekmedium (de vloeibare maaltijd) maar vaak genoeg ververst wordt.

In een celkweekmodel kan de onderzoeker meer manipuleren dan in een patiënt of proefdier, wat meer inzicht geeft in een ziektemechanisme. Natuurlijk weerspiegelt een celkweek niet de complexiteit van een organisme, maar als model kan het onderzoekers helpen om cellulaire processen beter te begrijpen.

Veel medisch-biologische laboratoria hebben de vriezers en kweekstoven vol met diverse cellijnen. Tegenwoordig is het relatief gemakkelijk om cellijnen in kweek te houden. Tot zo’n 60 jaar geleden lukte het wetenschappers nog niet om cellen van humane weefsels in kweek te brengen en te houden. Het boek ‘Het onsterfelijke leven van Henrietta Lacks’ vertelt over het leven van de vrouw wiens cellen als eerste in kweek werden gebracht en nu in laboratoria over de hele wereld groeien. Zij heeft dat zelf nooit geweten.

In 1951 was geïnformeerde toestemming voor gebruik van lichaamsmateriaal voor onderzoek geen standaard procedure. En zeker niet voor Afrikaans-Amerikaanse mensen zoals Henrietta Lacks. Zij woonde in het zuiden van de Verenigde Staten, waar de wet ‘gescheiden, maar gelijke’ behandeling voorschreef voor gekleurde mensen. Publieke gelegenheden waren inderdaad gescheiden, maar ‘gelijk’ is discutabel. Johns Hopkins Hospital in Baltimore, waar Henrietta naar toe ging voor behandeling van de knobbel die zij in haar baarmoeder voelde, had aparte ziekenafdelingen en waterfonteintjes voor zwarte mensen. Dit ziekenhuis was in 1889 speciaal voor armen gebouwd en het enige In de wijde omtrek dat zwarte patiënten behandelde. De afdelingen waren gevuld met zwarte mensen, die de rekening vaak niet konden betalen. Artsen vonden het een gepaste compensatie voor de gratis behandelingen om deze mensen als proefpersoon voor onderzoek te gebruiken. De patiënten werd niet altijd verteld dat hun gegevens of lichaamsmateriaal werden gebruikt.

Henriettas gynaecoloog TeLinde was ervan overtuigd dat alle baarmoederhalstumoren, uitgezaaid of niet, verschillende stadia van eenzelfde soort kanker waren. Hij wilde laten zien dat de beide kankertypes zich hetzelfde gedroegen in het laboratorium. Hij nam een monster van Henriettas baarmoederhalstumor en gaf het aan de onderzoeker die het weefselkweeklab leidde.

Al zo’n 30 jaar werd geprobeerd humane cellen buiten het lichaam te kweken. Met muizencellen was het al gelukt in 1943. De analiste die Henriettas cellen op kweek moest zetten had er een hard hoofd in. Waarom zouden deze cellen, na uren werk, niet dood gaan? Tegen haar verwachting in, bleven de cellen niet alleen in leven, maar verdubbelden ze hun aantal elke 24 uur. De eerste humane cellijn was een feit. De cellen bleven zich delen, en konden al snel verstuurd worden naar geïnteresseerde wetenschappers over de hele wereld.

Henrietta had geen idee dat haar cellen in zoveel laboratoria verder groeiden. Na haar radium-behandeling verdween de tumor in eerste instantie, om later razendsnel terug te komen, wat leidde tot haar dood.

Terwijl de wetenschap profiteerde van wat inmiddels HeLa-cellen werden genoemd, wist het grote publiek nog niet dat de lang beloofde humane celkweek ‘die de mensheid van alle ziekten zou helpen genezen’ inmiddels bestond. Na decennia van optimistische voorspellingen, was men sceptisch geworden.

Maar er was wel degelijk een revolutie gaande. Ook andere cellijnen kwamen beschikbaar. Celkweektechnieken werden gestandaardiseerd en kweekmedia werden commercieel verkrijgbaar. Men ontdekte ook hoe cellen konden worden ingevroren, wat het gebruik  en versturen vergemakkelijkte.

Wetenschapsjournaliste Rebecca Skloot besefte dat Henriettas familie niet wist dat haar cellen langer buiten dan ín haar lichaam hadden geleefd en zocht de familie op. De familie wilde in eerste instantie niets met journalisten te maken hebben, maar Rebecca Skloot heeft hun vertrouwen gewonnen. Samen met de familie is ze in de geschiedenis van HeLa-cellen gedoken en heeft ze hen geholpen in te zien hoe Henriettas cellen hebben bijgedragen aan de voortgang van de medische wetenschap.

Rebecca Skloot heeft een fascinerend verslag geschreven van de ontwikkeling van celkweek als wetenschappelijk gereedschap, het leven van een arme, zwarte familie in het midden van de vorige eeuw in Baltimore, en hoe deze twee verhaallijnen samenkwamen.

Bron: The immortal life of Henrietta Lacks __ Rebecca Skloot

Dit artikel verscheen 19.07.2013 op sciencepalooza.nl